Braakballenonderzoek
in (zuidelijk) Flevoland
Samenwerking tussen de Stichting Kerkuilenwerkgroep
Flevoland en de
Vereniging voor Zoogdieronderzoek en Zoogdierbescherming
VZZ uit Arnhem.
(eerste gegevensoverzicht)
Braakballen pluizen
De kerkuil eet per nacht meerdere
muizen. Om meer te weten welke muizen nu door de kerkuil gegeten worden
wordt de hulp van de zoogdierliefhebbers ingeroepen. De uilen eten de muizen
met huid en haar op en spugen de onverteerbare delen gewoon weer uit. Dit
zijn de uilenballen, of ook wel braakballen genoemd. Zoogdieronderzoekers
verzamelen deze braakballen om te zien welke muizen er in de directe omgeving
voorkomen. Met een paar uur pluizen kunnen ze zo gegevens van vele honderden
muizen verzamelen.
Een snellere manier om inzicht te krijgen in de muizensamenstelling van
een gebied is er niet. Muizen in een braakbal
Een braakbal
bestaat uit haren, veren, botten en soms een vogelring. Van de botten is
de schedel het meest interessant voor de zoogdieronderzoekers. Aan de hand
van de schedel kan namelijk de soort bepaald worden. De Stichting Kerkuilenwerkgroep
Flevoland en de Zoogdiervereniging VZZ werken sinds 1995, al 9 jaar intensief
samen. Vooral de laatste 5 jaar zijn er veel braakballen verzameld.
De kerkuilenwerkgroep verzamelt elk jaar bij elke kerkuilkast tot zo’n
50 braakballen die vervolgens naar de VZZ worden opgestuurd. De zoogdiervereniging
controleert deze dan op muizen.
Deze verdeelt ze vervolgens
over een netwerk van pluizers. De resultaten van het pluizen komen in het
databestand van de VZZ ten behoeve van het ‘Verspreidingsonderzoek
muizen en spitsmuizen’. Overzichten van het onderzoek
komen daarna weer terug bij de verzamelaars, zoals de Stichting Kerkuilenwerkgroep
Flevoland. In totaal zijn tot nu toe
in Flevoland een kleine 150 partijen braakballen van 74 locaties onderzocht.
Dit heeft geresulteerd in een totaal van 12.500 prooidieren, met veldmuis
als verreweg de meest algemeen aangetroffen soort. In totaal werden er
ruim 7500 veldmuizen gevonden op 100% van de locaties.
Na de veldmuis is de bosspitsmuis met ruim 2500 exemplaren het meest aangetroffen
(op meer dan 90% van de locaties).
Dankzij dit onderzoek
weten we dat in (Zuidelijk) Flevoland zo’n 10 muizensoorten leven:
huisspitsmuis, dwergspitsmuis, bosspitsmuis, dwergmuis, huismuis, bosmuis,
veldmuis, aardmuis en rosse woelmuis.
Niet elke muizensoort is even algemeen. Met name huisspitsmuis, dwergspitsmuis
en rosse woelmuis komen niet op alle plekken in Flevoland voor. Hun verspreidingsareaal
neemt of af (dwergspitsmuis), of juist toe (huisspitsmuis en rosse woelmuis).
Door veel braakballen te pluizen van veel verschillende plaatsen weet je
waar welke soort verschijnt en waar welke soort verdwijnt.
Verspreidingsonderzoek
muizen dankzij braakballen In het werkgebied
van de Kerkuilenwerkgroep Flevoland zijn de kerkuilenkasten mooi verspreid
over het gebied aanwezig. Het verspreidingsbeeld van de veldmuis laat dat
duidelijk zien. Deze muis komt namelijk voor in alle partijen braakballen.
De veldmuis is dan ook de meest algemene muis in het agrarische gebied.
Het dier leeft graag in
kort grasland: een ideale plek voor de kerkuil om muizen te vangen.
Kaart 1: verspreiding veldmuis
Kaart 2: verspreiding dwergspitsmuis De dwergspitsmuis
houdt meer van vochtige gebieden. Vroeger was de soort heel algemeen maar
wordt door het veranderende landschap steeds schaarser. Het verspreidingsbeeld
neemt de laatste jaren dan ook af. Wat is het stapelvoedsel
van de kerkuil? Al deze muizen
in de braakbal zeggen natuurlijk ook iets over het belang van bepaalde
muizensoorten voor de kerkuil. De ene soort zit duidelijk meer in braakballen
dan een andere.
In de braakballen die Allan Liosi de laatste jaren heeft verzameld bij
de nestkasten, zaten uiteindelijk 12.529 muizen. Ook hier geldt dat de
veldmuis verreweg het algemeenste voedsel is. Meer dan 60% van alle prooidieren
is veldmuis. Op de tweede plaats komt de bosspitsmuis met 22%. De rest
van de muizen is of zeldzamer in Flevoland aanwezig, of te moeilijk voor
een kerkuil om te vangen. Volwassen woelratten en bruine ratten zijn te
groot voor de kerkuil. De kerkuil kan daarom alleen de jonge dieren opeten.
Figuur 3: verhoudingen van voedseldieren Kerkuil
in (zuidelijk) Flevoland
soort
|
aantal partijen
met de soort |
%
|
totaal
aantal |
% |
bosspitsmuis
sp. |
138 |
93,2
|
2689
|
21,5 |
dwergspitsmuis
|
43 |
29,1
|
120
|
1,0 |
huisspitsmuis
|
20 |
13,5
|
70
|
0,6 |
rosse
woelmuis |
78 |
52,7
|
281
|
2,2 |
woelrat
|
5 |
3,4
|
5 |
0,0 |
veldmuis
|
148 |
100,0
|
7531
|
60,1 |
aardmuis
|
109 |
73,6
|
637
|
5,1 |
dwergmuis
|
76 |
51,4
|
311
|
2,5 |
bosmuis
|
122 |
82,4
|
838
|
6,7 |
bruine
rat |
10 |
6,8
|
11
|
0,1 |
huismuis
|
24 |
16,2
|
36
|
0,3 |
|
|
|
|
|
totaal
|
148 |
|
12529
|
100 |
Tabel 4: Aantallen en percentages per soort (behorend bij bovenstaande
grafiek)
Waterspitsmuizen
en noordse woelmuizen zijn niet aangetroffen.
Tijdens een vallenonderzoek in 2003, dat speciaal op waterspitsmuizen en
noordse woelmuizen gericht was, zijn deze twee soorten ook niet aangetroffen.
Voor dit vallenonderzoek was de verspreidingskaart van aardmuis in Flevoland
(verkregen dankzij het braakbalonderzoek) belangrijk, aangezien aardmuizen
als directe concurrenten van noordse woelmuizen worden gezien. De verspreidingskaart
van de aardmuis (op ruim 73% van de locaties) laat zien dat verreweg het
grootste deel van Flevoland door aardmuizen bezet is.
Dit betekent dat, ook al zouden noordse woelmuizen kans zien Flevoland
te bereiken, de aanwezigheid van aardmuizen noordse woelmuizen waarschijnlijk
de mogelijkheid ontnemen zich in de provincie te vestigen. Almere, 13-7-2004
Dick Bekker, Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ)
www.vzz.nl Jeroen Reinhold,
Landschapsbeheer Flevoland www.landschapsbeheer.net Allan Liosi, Stichting
Kerkuilenwerkgroep Flevoland
www.kerkuilenwerkgroep-flevoland.nl Top |